Cultuureducatie hoort er helemaal bij op de basisschool
Interview met Hugo Verweij
Cultuur is een breed begrip. Zet een potje nootmuskaat op tafel en je kunt er een heel verhaal bij vertellen. Over de VOC bijvoorbeeld. Cultuur is veel meer dan muziek, beeldende kunst, theater, fotografie, literatuur en erfgoed. Het is zoiets als “onafhankelijk van tijd en plaats nadenken over je plaats in de wereld”, zoals, inderdaad, een kunstenaar doet als hij zijn verbeelding de vrije loop laat. Maar hoe geef je dat vorm op de basisschool? Hoe geef je kinderen iets mee over cultuur? Het landelijke programma Cultuureducatie met kwaliteit (CMK) ondersteunt het basisonderwijs en het culturele veld om kwalitatief cultuuronderwijs goed vorm te geven. Ook op Goeree-Overflakkee.
Hugo Verweij is in opdracht van de gemeente lokaal projectcoördinator van het CMK-programma. Hij legt uit waarom cultuur zo belangrijk is: “Als je ‘s morgens je ogen opendoet, heb je direct te maken met je culturele erfenis. Je ziet het design en de print van je dekbed. Je zet de radio aan, daar komt muziek uit. Je drinkt wat uit een kopje. Op school geef je je leerkracht een hand. Allemaal culturele erfenis. Om je plaats in de wereld te leren kennen, is die culturele erfenis van groot belang. Als kind in Oude-Tonge heb je te maken met de gebruiken van het dorp, als Flakkeeënaar met de betekenis van het water en het leven op een eiland en op het platteland, als Nederlander met… het poldermodel en Rembrandt. Je kijkt naar heel wat meer dan het plaatje. Je leert ontdekken en luisteren. Je ontwikkelt creatief en kritisch denkvermogen. Je leert je eigen plaats in de wereld te definiëren en op basis daarvan bepaal je hoe je in de wereld wilt zijn. Cultuur kun je dan ook zien als een vorm van gedrag.”
Belangrijk genoeg dus, die cultuureducatie. Dat vond de landelijke overheid ook. Daarom lanceerde die in 2013 het CMK-programma. Goeree-Overflakkee haakte direct aan, tot 2016 samen met Voorne-Putten, en profiteerde dus van de beschikbare subsidie.
Door het vuur
“Het programma richt zich op de basisscholen en de aanbieders op cultureel gebied. Dat is landelijk zo bedacht”, aldus Verweij. “Nu is er natuurlijk nogal een verschil tussen een basisschool in Rotterdam, die te maken heeft met aanbieders als het Rotterdams Philharmonisch Orkest en Museum Boijmans Van Beuningen, en een basisschool op Goeree-Overflakkee die aanbieders als het Muziekgebouw en het Streekmuseum in de buurt heeft. Dat lijkt een ongelijkheid, maar de vraag is of dat zo is. In Rotterdam hebben ze professionele ondersteuning, budget en educatieve afdelingen. Dat hebben de aanbieders op Goeree-Overflakkee niet, maar die hebben wel vrijwilligers, die net zo goed kennis van zaken hebben en bovendien met passie door het vuur gaan voor hun stichting of vereniging. Dat is een groot voordeel in de educatie.”
Vrijwel alle basisscholen op Goeree-Overflakkee doen mee aan CMK of hebben daaraan meegedaan. Dat geldt voor de openbare scholen van SOPOGO en de protestants-christelijke scholen van Kindwijs, maar ook voor wat Verweij de éénpitters noemt.
Aan de hand van een plan krijgt de ondersteuning van CMK vorm. De scholen zijn autonoom in hoe ze hun onderwijs vormgeven. Een stuurgroep bepaalt de strategie en controleert de voortgang. In de stuurgroep zitten vertegenwoordigers van het onderwijs, het culturele veld, de gemeente en Kunstgebouw. Een projectgroep vertaalt de strategie naar de praktijk. Verweij heeft zitting in beide en brengt als coördinator vanuit het geformuleerde beleid het onderwijs en het culturele veld bij elkaar in de uitvoering van het ondersteuningsprogramma.
Elkaar leren kennen
“In de eerste periode, tussen 2013 en 2016, hebben we ons vooral beziggehouden met het opbouwen van een netwerk. Scholen wisten niet altijd wat er aan cultuur te halen is in hun omgeving. En aanbieders wisten niet altijd de scholen te vinden. Het waren deels gescheiden werelden”, stelt Verweij. “We hebben twee of drie netwerkbijeenkomsten per jaar georganiseerd om elkaar te leren kennen en informatie uit te wisselen. Wat kunnen wij voor elkaar betekenen? Uitgangspunt daarbij is dat de school bepaalt wat nodig is en wat ze de leerlingen wil meegeven. Vraaggestuurd in plaats van aanbodgericht.”
Behalve het opbouwen van een netwerk, was ook het bepalen van een aanspreekpunt op school van belang. Dat gebeurde: er kwamen Interne Coördinatoren Cultuureducatie (ICC’ers). Zeker zesentwintig zijn er opgeleid en gecertificeerd. Hugo Verweij: “Bijna op elke school is er minimaal één. Samen vormen ze ook een nuttig netwerk: ze kennen elkaar en zoeken elkaar op.” Er is voorts een website gerealiseerd, een digitaal platform waarop cultuuraanbieders hun aanbod kwijt kunnen en waar nieuws over CMK is te vinden.
Verder zijn diverse basisscholen ‘de diepte in gegaan’. Ze hebben aan de hand van een zogenoemde Cultuurloper intensief gewerkt aan een visie op cultuuronderwijs. “Wat wil je je kinderen meegeven? En waarom? Wil je creativiteit ontwikkelen, of zelfstandig denken?” Het resultaat is een programma voor de school. “Op de Nobelaer in Oude-Tonge is bijvoorbeeld een nieuwe methode voor beeldende vorming gekozen en ingevoerd”, vertelt Verweij.
“Kunstgebouw heeft allerlei workshops, trainingen en cursussen. De expertise komt overal vandaan, van pabo’s, conservatoria, academies voor beeldende kunsten, enzovoorts. Dat staat via CMK allemaal ter beschikking van het onderwijs en de aanbieders. Vier docenten van het Muziekgebouw worden bijvoorbeeld momenteel via deze weg getraind en gecoacht om voor de klas te staan. Dat helpt het Muziekgebouw om de muziekcarrousel beter uitgevoerd te krijgen op de scholen.”
De muziekcarrousel – alle groepen 4 op de basisscholen maken kennis met het maken van muziek: binnenschools muziekonderwijs – heeft daarmee een extra impuls gekregen. Een vergelijkbaar educatieprogramma is in de maak voor het cultureel erfgoed.
Kaboem!
Onder de vlag van CMK is ook een lesprogramma over de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld in samenwerking met stichting WO2GO. Dat programma heet Kaboem!
In de tweede CMK-periode, die loopt van 2017 tot 2020, is een versterking van de structuur aan de gang. De structuur moet zo goed zijn, dat de cultuureducatie in het basisonderwijs er helemaal bij hoort en op eigen benen verder kan. Dat laatste is van belang als er na 2020 geen nieuwe CMK-periode zou volgen. Die kans is volgens Hugo Verweij overigens niet heel groot.
“We hebben in de tweede periode drie activiteiten geformuleerd, waarvan de eerste gericht is op implementatie, verdieping en ontwikkeling van het curriculum. Dat is ook nodig omdat cultuuronderwijs niet langer vrijblijvend is. De Onderwijsinspectie gaat er strenger op toezien. Op Goeree-Overflakkee willen we een regionaal cultuurprogramma opzetten, waar scholen een keuze uit kunnen maken. Denk aan elementen daarin als de muziekcarrousel, de leerlijn erfgoed die nu ontwikkeld wordt, Kaboem!, Zandstad, het educatieve programma rond de KunstKijk…”
Dat is de eerste activiteit. CMK-activiteit nummer twee is het bevorderen van de inhoudelijke deskundigheid bij leerkrachten, vakdocenten en educatief medewerkers van cultuuraanbieders. Daarbij is goed gebruik te maken van de scholingsmogelijkheden van Kunstgebouw. En tot slot gaat het in de derde periode om het versterken van de relatie tussen de school en de culturele omgeving, onder andere via netwerkbijeenkomsten en het onderhouden en uitbouwen van de website en de nieuwsbrief.
Allemaal om kinderen op de basisschool te leren na te denken over hoe zij in de wereld willen zijn.
Door Kees van Rixoort
Eilandennieuws | 14 december 2018