Waarom deze lockdown van kunstlessen?
Column van Sander van den Brink
Sander van den Brink is theatermaker en dramadocent. Tot zijn verbazing beperken veel scholen zich voorlopig tot rekenen, taal en spelling. Heeft de lockdown dan niet juist de kracht van creativiteit bewezen? Lees zijn column.
De nieuwe samenleving komt eraan! De anderhalvemeter-kunstlessen. Ik denk dus aan dramalessen met aantrekken en afstoten tot anderhalve meter, danslessen met stokken van anderhalve meter lang en dialogen op afstand (het incasseren van een brand bij de buurman die net als jij in een vuurtoren woont, maar op een ander eiland, vervolgens moet je de man waarschuwen. Zoiets zal het worden). En dat binnen de procesgerichte didactiek. Maar toen kreeg ik vanuit meerdere kanalen dit bericht: “De eerste drie weken is er geen ruimte voor andere vakken dan rekenen, taal en spelling.” ‘Begrijpelijk’, ‘teleurstellend besluit’, ‘we hebben dus niets geleerd’ en ‘kunst als middel dan?’ waren mijn gedachten.
De kunsteducatie is tijdelijk doodverklaard – alweer-.
Wat hebben die digitale coronaweken, zoals ik ze liefkozend noem, dan opgeleverd? Het was toch een creatieve explosie geweest? Het blijft een zoektocht hoe dramalessen digitaal aan te bieden. In een telefoongesprek met een oud-docent van mij werd ik gewezen op eerdere pogingen in de jaren 90 waarin in Australië door middel van VHS-banden privédramalessen werden gegeven. Daaruit bleek – net zoals we nu merken – dat de echte interactie mist, waardoor de kwaliteit alleen verbetert vanuit het eigen referentiekader. Er is hoop. Ik lees visies van studenten die kunstonderwijs als middel en als doel in willen zetten, zelfstandig of met vakleerkrachten. De pabostudenten heb ik heel creatief monologen en zelfs scènes met samenspel zien presenteren via de digitale weg. De meest timide studenten bleken de grootste verrassing. Een digitaal gonzend applaus klonk. Iedereen was boven zichzelf uitgestegen. Was de noodzaak dan het middel om tot creativiteit te komen? In de beperking schuilt de meester. Wie weet worden alle open podia wel digitaal! Voor de afwisseling, voor de variatie, voor de creativiteit! Maar werkt het dan nog? De noodzaak is tenslotte verdwenen. En altijd digitaal gaan? Dan is digitaal het nieuwe normaal en ontstaat de creativiteit pas weer als we elkaar de hand mogen schudden en echt mogen interacteren; Literatuur zegt dat we tot creativiteit komen wanneer we als buitenstaander in een nieuwe situatie onze parate kennis kunnen toepassen, wanneer we de ruimte krijgen om afstand te nemen van de doelen, in een juiste mix van achtergronden van collega’s. Maar de kunstlessen en de creativiteit zijn in lockdown geplaatst.
De basisscholen hebben inmiddels de geplande lessen afgezegd. En toen schrok ik wel even, want dragen niet juist de kunstvakken ook bij aan de bevordering van taal? Leert iedereen het beste in het lokaal achter de tafel? En de roep van het onderwijsveld om eerst het pedagogische klimaat binnen de klas op orde te brengen, om daarna de achterstand in te halen (of verder te gaan waar we gebleven waren, net hoe de visie is), was daar drama niet ook een middel toe? Droeg drama niet juist bij aan die opnieuw te bouwen groepsdynamiek? Was kunsteducatie niet ook een middel om betekenis te geven, met woord en beeld?
Laten we in het nieuwe normaal niet wegdoen waar we de kracht van kennen. Laten we in kunst betekenis zoeken, zoals we dat ook in de eerste coronaweken deden. Laten we, samen met de leerlingen, creatief zijn met scheppende kunstvormen om zo betekenis te geven aan de wereld. Blijf kunst delen en leer het te maken!
Ik zie uit naar de eerste les in de anderhalve meter. Iemand zei me ooit dat mijn generatie zich in de huidige, snel veranderende tijd zich elf keer moet vernieuwen. Mijn antwoord: ‘ik kan niet wachten op de volgende verrassing! Leve het kunstonderwijs!’