Cultuuronderwijs vicieuze cirkel? - Kunstgebouw

Cultuuronderwijs vicieuze cirkel?

Column van Paul Vogelezang
Jongen kijkt aandachtig naar docent, voor hem staan potten verf in verschillende kleuren.
Foto: Bas Czerwinski

Paul Vogelezang is zelfstandig adviseur met een indrukwekkend trackrecord in het cultuuronderwijs. In opdracht van Kunstgebouw adviseert hij momenteel bij het afsluiten van convenanten tussen schoolbesturen en gemeenten in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. In deze column kijkt Paul naar wat was, wat is en wat ontbreekt in Nederland op het vlak van cultuuronderwijs. Maar ook naar wat ontstaat en toegevoegde waarde krijgt. Want met geduld en gevoel wordt de vicieuze cirkel doorbroken.

Wat was

Sinds de onderwijshervormingen van eind jaren zestig investeren we in cultuuronderwijs. Rijk, provincies en gemeenten deden dat elk vanuit eigen perspectief en doelstelling. In lerarenopleidingen werd gewerkt aan inhoudelijke en didactische kwaliteiten van leerkrachten om zelf onderwijs in muziek, beeldende kunst, dans, theater, film, fotografie, literatuur te kunnen verzorgen. Er ontstond steun vanuit provinciale instellingen met vakspecialisten. Gemeenten faciliteerden volop muziekonderwijs in de vrije tijd, ondersteunden het verenigingsleven. En veel scholen namen vakdocenten in dienst.

Wat is

895 schoolbesturen met ruim 6.200 basisscholen zijn in 2019 verantwoordelijk voor cultuuronderwijs aan 1,5 miljoen kinderen. Veel vakdocenten zijn wegbezuinigd. In lerarenopleidingen is aandacht voor vakmanschap in de kunstvakken sterk gereduceerd. Sommige provincies trekken zich steeds meer terug als het om cultuuronderwijs gaat. Het aantal gemeenten is teruggebracht van ruim 900 naar 355. Zorg (WMO) verdringt aandacht en middelen voor cultuuronderwijs. De bezuinigingen in de cultuursector van Rijk, provincies en gemeenten hebben van cultuuronderwijs een markt gemaakt waarin zelfstandige kunstenaars, niet-vrijwillige zzp’ers en culturele instellingen financieel proberen te overleven. Het aanbod is vele malen groter dan het onderwijs kan consumeren. Dank vooral aan de landelijke overheid, terwijl die wel investeert in Cultuureducatie met kwaliteit. Dat is raar, toch? En niet in het belang van kinderen.

Wat ontbreekt

Schoolbesturen en gemeenten werken onvoldoende samen om vanuit eigen verantwoordelijkheden onze kinderen op de toekomst voor te bereiden. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen van alles leren. Gaandeweg ontdekken ze overeenkomsten en verschillen met andere kinderen en ontwikkelen ze een eigen identiteit. ‘Wie ben ik?’, ‘Waarom is de wereld zoals ie is?’ zijn vragen die je als kind niet alleen kunt beantwoorden. Daarvoor heb je anderen nodig om te kunnen spiegelen. Cultuuronderwijs helpt daarbij.

Wat ontstaat

In de Alblasserwaard begrijpen schoolbesturen en gemeenten dat goed. Op initiatief van schoolbestuur LOGOS biedt Kunstgebouw met financiële steun vanuit Cultuureducatie met kwaliteit schoolbesturen en gemeenten ondersteuning bij het zoeken naar toekomstbestendig cultuuronderwijs. De thema’s Identiteit, Leefomgeving en Burgerschap blijken voor alle betrokken schoolbesturen in de regio interessant om, met behoud van eigen visie, cultuuronderwijs concreet vorm te geven. Met inzet van wat er op het terrein van cultuuronderwijs door individuele scholen en gemeenten al wordt gerealiseerd. Dat is essentieel. De drie thema’s bundelen één doel: de ontwikkelpotentie van kinderen stimuleren en (in de toekomst) benutten. Voor kinderen ontstaat interessant onderwijs: kunstenaars en culturele aanbieders kunnen onbekende vergezichten bieden. Via ondersteuning van de culturele infrastructuur ontstaat een aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat waardoor de samenstelling van een gemeenschap in dorp of wijk met jong en oud op peil kan blijven.

Wat toegevoegde waarde levert

In enkele jaren tijd is bewustwording ontstaan vanuit onderwijs en Rijksoverheid, dat cultuuronderwijs een kwestie is van samenwerken, elkaar versterken, gezamenlijk zoeken naar toegevoegde waarde van cultuuronderwijs in onderwijs, gemeenschap, dorp of stad.
Zoeken naar toegevoegde waarde is in eerste instantie inhoudelijk van aard maar uiteindelijk ook politiek en strategisch voor zowel gemeentelijke overheden als voor schoolbesturen. Ervaringen tot nu toe laten zien dat dergelijke processen tijd kosten, vaak langer dan de zittingsperiode van een gemeenteraad.

Met geduld en gevoel

Voor dit soort processen heb je geduld nodig. En gevoel voor denken vanuit een schoolbestuur, schooldirectie en een team van leraren van wie soms het onmogelijke verwacht wordt. Gevoel voor denken vanuit culturele aanbieders, instellingen die met weinig middelen veel voor elkaar boksen.

Mijn plezier zit erin om samen met gemeentelijke overheden te zoeken naar verbindingen tussen cultuur en maatschappelijke taken. En hoe de kleine lokale gemeenschap vitaal kan blijven. En die afspraken leg je op gemeentelijk niveau vast met alle er toe doende partijen. De vicieuze cirkel wordt doorbroken. Dat maakt dit werk zo leuk.