“De beeldende opdrachten bij het boek zorgen voor verdieping van het verhaal” - Kunstgebouw

“De beeldende opdrachten bij het boek zorgen voor verdieping van het verhaal”

Interview met Leontien Apekrom
Een mobiel van takken en bladeren waarbij namen van een stamboom te zien zijn

Rondom de Kinderboekenweek kunnen scholen gratis een creatief lespakket downloaden met het thema Gi-ga-groen!. Educatief ontwerper Leontien Apekrom stelde dit jaar voor de tweede keer het lespakket samen, in opdracht van Kunstgebouw.

Elke les in het pakket koppelt een kinderboek uit de Kinderboekenweek aan een creatieve opdracht. Nadat de leerkracht het boek in de klas heeft voorgelezen gaan de kinderen aan de slag met lezen, bevragen, kijken, luisteren en een creatieve opdracht. Het pakket is bedoeld voor de hele school en draait om het plezier in lezen en het ontwikkelen van de eigen creativiteit.

Het lespakket bevat voor elke groep een boek. Hoe heb je de titels gekozen?

“Uit de beschikbare boeken van de Kinderboekenweek heb ik voor elke leeftijdsgroep een passende titel geplukt. De opdracht vanuit Kunstgebouw was om vooral Nederlandse uitgevers en schrijvers onder de aandacht brengen. Daarnaast vond ik het zelf belangrijk dat elke titel een echt leesboek was, in tegenstelling tot een educatief boek. Ik wil graag stimuleren dat een boek gelezen wordt als een verhaal: wat is de kerngedachte, en welke boodschappen worden erin verwerkt? De beeldende activiteiten die ik er vervolgens bij bedacht staan allemaal in dienst van het verhaal. Zo krijgt het boek meer verdieping en blijft het veel beter hangen.”

Hoe ging je te werk?

“Er zit een vaste opbouw in elke les: lees en bespreek. Om helder te hebben wat de doelstelling is nemen we de leerkracht in het lespakket bij de hand. Tijdens de opbouw van de tekst en opdrachten gaf Kunstgebouw mij handvatten om de leercurve van kinderen goed in te schatten; een handig hulpmiddel om voor elke groep de juiste vragen en opdrachten te bedenken. Daarnaast kreeg ik een handboek met de toon en schrijfwijze waarop ik de leerkrachten en kinderen in verschillende leeftijden kon aanspreken. Leerkrachten zijn uiteraard vrij om de door mij bedachte vragen vrij te interpreteren, maar de tekst geeft houvast in de opbouw van het lesmateriaal. Per groep worden de verhalen namelijk complexer, wat zorgt voor een uitdagende spanningsboog. Kunstgebouw was een goede sparringpartner die mijn aandeel in het lespakket telkens aanscherpte, met oog voor mijn eigen visie op kunst en cultuur. Daar had ik veel aan.”

Hoe werken de bijbehorende creatieve opdrachten?

“Voor de doe-opdrachten zocht ik naar natuurlijke materialen, zoals stof, hout en was. De meeste materialen hebben de scholen wel in huis of kunnen ze gemakkelijk aanschaffen bij een door de school bekende leverancier. De opdrachten moesten vooral de inhoud van het boek versterken, was het idee. Dat is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ik vind het belangrijk dat leerkrachten niet alleen door de boeken, maar ook door de opdrachten worden geïnspireerd. Dat er een andere manier is om een boek te bespreken en er meer verdieping te bewerkstellingen is door vragen en doe-opdrachten. Begrijpend lezen met daarbij een beeldende opdracht versterken elkaar.”

Wat was jouw favoriete jeugdboek?

Rupsje Nooitgenoeg van Eric Carle. Omdat ik visueel ben ingesteld en het veel illustraties heeft vond ik dat machtig interessant. Ook dat het voelbaar is, met die gaatjes, dat was toen vrij nieuw. Ook Ronja de roversdochter van Astrid Lindgren vond ik geweldig. Ik kan me goed herinneren dat ik spanning voelde toen ik het las en werd meegenomen in een andere wereld. Dat was echt een wauw-moment. Uiteraard raad ik nu vooral aan om alle boeken uit het lespakket te lezen. Ook voor volwassenen zijn het heel leuke boeken die je meenemen in een prachtig verhaal. In de boeken voor de oudere leerlingen worden ook actuele onderwerpen besproken. Dat spreekt me aan.”

Kan je tips meegeven aan leerkrachten die met het lespakket aan de slag gaan?

“Test van tevoren de materialen uit het lespakket waarmee je nog onbekend bent. Bijvoorbeeld hoe de was aanvoelt waarmee kinderen straks gaan boetseren. Of: heb je het juiste touw op school en blijven de materialen die je hebt gekozen goed plakken? Je wilt niet dat zoiets je tijdens de les overvalt. De materialen zijn overigens een suggestie, de leerkracht kan ook voor andere materialen kiezen. Wat ik verder wil meegeven: gebruik zo veel mogelijk natuurlijke materialen en werk in natuurlijke tinten. Dat brengt meer sfeer in de werkjes.”

Naar het lespakket

Datum: 20-9-2022
Tekst: Cathelijne Beijn